Van een goed eind naar een nieuw begin

24 februari 2020 - Sololá, Guatemala

Het afscheid in Xela

Om half negen rijdt het busje voor de deur. De vader van het gezin staat de chauffeur op te wachten en geeft mijn koffer aan, die vervolgens in de achterbak van het busje gelegd wordt. Het is tijd om afscheid te nemen. Ik geef iedereen een dikke knuffel en bedank ze voor alle gezelligheid, gastvrijheid en het lekkere eten deze afgelopen drie weken. Als bedankje en om de familie een ‘traditioneel’ Nederlands gerecht te laten proeven, zijn Jelte en ik de dag ervoor naar het winkeltje bij het park gegaan om ingrediënten voor pannenkoeken te kopen. Samen met Indy, de dochter, de huishoudhulp, en Jelte staan we even later in de keuken te kletsen terwijl we prachtig goudbruine pannenkoeken bakken. “Doen jullie geen slagroom op jullie pannenkoek?!” roep ik verbaasd als ik vraag of we nog slagroom moeten opkloppen. “Nou, nee, alleen als het een dessert is,” gaat het gesprek verder. We oefenen wat met het omflippen van de pannenkoeken. De pannenkoeken komen perfect terecht in de pan. We lijken wel echte professionals. Ik kijk naar rechts waar Jelte een nieuwe kaaspannenkoek aan het bakken is, en verbaas mij erover wanneer ik zie dat hij zijn pannenkoek dubbelvouwt in de pan. “Oh, doe jij dat zo?” vraag ik aan hem. Al snel komen we erachter dat wij alle drie toch allemaal onze eigen manier hebben van pannenkoeken bakken en beleggen. De rest van de tijd hebben we het over deze ‘cultuurverschillen’ van het bakken van pannenkoeken en experimenteren we met de verschillende manieren. Een grote stapel pannenkoeken wordt even later op tafel gezet. “Toch heel wat anders dan wat we normaal eten” zegt de vader van het gastgezin, maar zeker een geslaagde lunch!

Ook op de taalschool werd er op vrijdagavond, na drie weken Spaanse les, een afscheid voor ons georganiseerd; la graduación. Alle les tafeltjes zijn aan elkaar geschoven waardoor er twee hele lange tafels zijn ontstaan. Overal in het tuintje en op de tafels zelf staan bloemen en kaarsjes. Naast onze groep zijn ook de Amerikaanse studenten aanwezig. Zij hebben nog twee maanden taalschool te gaan. “We moeten toch niet gaan speechen?” vraagt een van de studenten van onze groep. “Volgens mij wel. Mijn docent heeft het deze week vier keer gezegd” reageert een ander. Eén of twee personen vertellen dat ze iets hebben voorbereid en op papier gezet, terwijl de anderen onzeker en not amused zijn bij het idee dat ze voor die microfoon moeten staan om iets te zeggen. Rond half acht gaan we met zijn allen aan de tafels zitten. Al snel komen een aantal docenten met borden Pepián uit het keukentje. Pepián is een typisch Guatemalteeks gerecht bestaande uit rijst, een stoof, lijkend op saté, geserveerd met kip. Na het eten gaan we met zijn allen naar binnen waar we onze stoel neerzetten. Ook hier zijn een aantal vazen met bloemen neergezet waardoor het geheel er heel mooi en toch wel feestelijk uitziet. Na een kort welkomstpraatje komt een van de docenten naar voren met een lichtbruin papiertje in haar hand. Ze pakt de microfoon in haar handen en vertelt over de student die ze deze week heeft lesgegeven. Applaus volgt waarnaar de desbetreffende student naar voren komt, haar docent een knuffel geeft en haar diploma in ontvangst neemt. De microfoon wordt aan haar gegeven en dan is het moment toch daar om iets te zeggen. “Uuh..., muchos gracias”, begint ze ”Era una semana muy divertido... Si… (het was een leuke week...ja...)” Een glimlach komt op haar gezicht terwijl ze de microfoon weer teruggeeft aan de docent en terugloopt naar haar plaats gevolgd door een applaus. En zo komt elke docent naar voren om een kort woordje je houden over de leerling die hij of zij begeleidt heeft deze week, om daarna het diploma te overhandigen. Ondanks de zenuwen zegt iedereen toch nog een leuk woordje Spaans. Terugdenkend aan mijn eerste ervaring in Guatemala drie weken terug, wist ik geen antwoord op de vraag “¿Comó estás?” toen ik aankwam op het vliegveld, terwijl ik mij nu toch prima kan redden in het Spaans en zelfs een korte speech kan houden op deze graduación. Na de uitreiking van het laatste diploma worden de stoelen aan de kant geschoven en de muziek aangezet. Tijd om te dansen! De salsamuziek start, de handen van een partner worden vastgepakt en de salsa wordt gedanst.  Komen die salsalessen op donderdagen toch nog goed van pas!

Vertrek naar Sololá

Ongeveer twee uur na vertrek vanuit Xela rijden we een smalle straat binnen met aan weerszijde huizen. Op het eerste gezicht ziet het er niet anders uit dan Xela, Ook hier bestaat de straat uit ongelijke stoepen, stenen straten, huizen in kleuren als geel, oranje, grijs en rood en diverse winkeltjes, alleen heet het hier Sololá. De chauffeur rijdt een helling op en vraagt of wij de moeder van het gastgezin willen bellen, omdat hij niet bij het huis kan komen met de auto. We krijgen de voicemail en daarom besluiten we afgezet te worden in een straat links van ons. Een blok verder is het huis, zegt hij. Daar staan we dan met onze koffer, backpack en rugzakken op de hoek van een straat. Auto’s rijden rechts van ons over de hoofdstraat. Links staat een groep van acht mensen in de traditionele Maya kleding ons aan te kijken. Vrijwel meteen stapt een man op ons af: “¿Van a Pana?" Of we naar Panajachel gaan vraagt hij, een stad vlakbij. Van Google Maps worden we ook niet wijzer, dus besluiten we naar het centrale park te gaan vlakbij. Ik krijg gelijk bevestigd waarom een backpack toch echt gemakkelijker is als je gaat reizen. Met een veel te zware koffer loop ik achter Indy aan over de ongelijke, hobbelige stenen straat met stoepen die niet vlak zijn. Een voordeel is wel dat ik wat nieuwe armspieren erbij heb. We gaan op een bankje in de schaduw in het park zitten. Een prachtig park met in het midden een prieeltje van witte stenen met een houten dak. “Bienvenido Kiosco Centroamerica” staat erop geschreven. Het lijkt het middelpunt van een voetgangersrotonde, van waaruit paden lopen. Het is enigszins druk met moeders met hun kinderen, groepjes vrienden en mensen die alleen zitten. We pakken ons aantekeningenboekje er maar bij in afwachting van onze gastmoeder die ons over een uur kan komen ophalen. Links van ons zitten drie mannen van tussen de 40 en 50. Ze vragen om een foto met ons. Een beetje huiverig om onze spullen gaan we naast een van de mannen zitten en zetten onze beste glimlach op. Al snel belanden we in een heel leuk gesprek en worden de eerste onderzoek contacten gelegd. Om 11 uur komen de gastmoeder en vader bij ons aan in het park en nemen ons mee in een taxi naar hun huis. We lopen een grindpad op, poortje door en langs een stuk of elf grote kippen. Je zou bijna zeggen, elf gezonde plofkippen, zo rond en groot terwijl ze wel alle ruimte hebben om rond te scharrelen in de aanliggende tuin die vrij steil naar beneden afloopt. We gaan een trapje op door een ijzeren poort en komen in een binnenplaats waar rechts ervan onze kamer is. Een grote kamer met slechts twee twijfellaarsbedden, een tafel met twee stoelen en de wifi-router op een plank. De keuken is gelijk links  vanuit de binnenplaats en rechts de hoek om bevindt zich de badkamer en de woonkamer. Mijn idee van een ‘huis’ verandert gelijk bij het binnenstappen van deze woning. Een huis met een voordeur, binnenkomen in een gang, slaapkamers boven en alles strak afgewerkt is slechts één versie van hoe je kan leven binnen vier muren. We nemen plaats in de keuken waar de moeder aan het koken is. Een paar minuten later stapt een klein jongetje de keuken binnen. “Hola”, zegt ik tegen hem, waarop hij met een glimlach op mij af komt en mij een knuffel geeft. Het is de jongste zoon van 7 jaar. Verder bestaat het gezin uit vader, moeder, een meid van 20, en een jongen van rond de 14.  “Ustedes son partes de nuestra familia! (Jullie horen bij onze familie)” vertelt de moeder van het gezin ons. Ze excuseert zich voor het spreken van Kaqchikel met haar man, maar om eerlijk te zijn vinden wij dit beiden niet erg. Ons onderzoek gaat tenslotte over taal op de markt en in het huis. In de middag gaan we samen met de oudste en de jongste naar de voetbalwedstrijd kijken in het voetbalstadion vlakbij. De jongste jongen tikt mij aan en vraagt op ik de grap met de kip ken. Ik moet lachen. Als de wedstrijd is afgelopen roept hij enthousiast de naam van een van de voetbalspeler en zwaait naar de speler die hem niet ziet. Een enorm warm welkom door het gezin en beetje bij beetje begin ik toch uit te kijken naar de komende acht weken van onderzoek.

Niet meer elke keer zelf hoeven checken of ik een nieuw verhaal erop heb gezet? Meld je aan voor de maillijst en ontvang een melding via de mail, zie https://claudiadejong.reislogger.nl/notif. Super handig!

Foto’s

1 Reactie

  1. Miranda de jong:
    25 februari 2020
    Ziet er geweldig uit, genieten